‘Ik heb als moeder gekozen om de cirkel te doorbreken’

27 Mar 2023 | Interview

Femke is geboren als kind van ouders met een psychische beperking. Met vier jaar verhuist ze naar een pleeggezin. Haar biologische moeder is hard met de hand, haar pleegmoeder is hard met woorden. Om door beiden gezien en gehoord te worden, loopt Femke bij de een weg en bij de ander doet ze extreem haar best. Als Femke zelf moeder wordt, neemt ze het besluit om de cirkel te doorbreken.  

“Dat mijn ouders anders waren, had ik al snel door. Zo werd mijn moeder nagejouwd op straat, als ik bijvoorbeeld achter op haar scootmobiel zat. Mijn moeder kon als een blad aan de boom omslaan. Dan ging ik mij verschuilen of ik ging de straat op. Net zoals Kruimeltje, samen met mijn hond Astra. Ik was toen een jaar of twee, drie. Na een valpartij ging ik niet naar mijn moeder. Om straf te voorkomen loste ik het zelf op, of ik ging naar de buurvrouw. Ik herinner mij ook een keer dat ze boos werd op mijn vader. Ze rukte de bakeliet telefoon los van de muur en slingerde die naar mijn vaders hoofd die er een flink jaap aan overhield. Vooral de nare dingen heb ik onthouden”.

Corrie
“Er was geen toezicht vanuit jeugdzorg. Gelukkig had ik Corrie. Ze kende mijn ouders al van voor mijn geboorte. Ze heeft hen altijd gezegd dat het niet verstandig was om aan kinderen beginnen. Mijn ouders waren eigenwijs en hebben toch doorgezet. Corrie bleef positief: dan moeten we er maar het beste van maken. Corrie hield mij ook als eerste vast na mijn geboorte. Mijn ouders hebben een vertrouwensband met haar. Ze gaf hun respect.”

Zelfstandig
“Mijn vader leerde mij met drie jaar al hoe een koffiezetapparaat werkte. Hij was liever lui dan moe. Ik had er niet elke dag zin in om dat te doen. Dan werd hij boos. Ik ging steeds meer het ‘thuis’ zijn vermijden. Ik was zo’n meisje dat overal aanbelde. Zo ook op een dag dat ik besloot oud papier in de wijk op te halen. Dan kreeg je namelijk iets lekkers, als je langs de deuren ging. Daarvoor pakte ik het fietskarretje van mijn vader. Ik bleef weg tot ’s avonds laat. Mijn ouders waren heel ongerust en boos: wat moeten wij met al dat papier? Maar de snoepjes, die had ik mooi binnen!”

Bang en onzeker
“De relatie met vooral mijn moeder was ingewikkeld, ze had psychische problemen, was snel overprikkeld en deelde regelmatig een tik uit. Ik zocht naar aandacht en liefde maar die konden mijn ouders niet geven. Wat ik mij nog kan herinneren is een avond waarop ik wakker werd en naar beneden ging. Mijn ouders waren er niet en ik was doodsbang. Huilend viel ik middernacht, op de bank, in slaap. Wat bleek, dat mijn ouders met de hond Astra op pad waren. In plaats van mij te troosten, werden beiden boos. Je ziet toch dat Astra er niet is en je hoort in bed te liggen. Het was altijd mijn schuld. Het maakte mij al heel gauw bang en onzeker.”

Pleegouders
“Totaal onverwachts werd ik voorgesteld aan mijn toekomstige pleegouders. Die dag werd ik wakker van geroezemoes. Op de bank zaten mijn biologische- en pleegouders plus Corrie. We moeten je iets vertellen, hoor ik mijn moeder nog zeggen. Papa en mama worden moe van jou. Deze mensen gaan jou elk weekend opvangen. Ik was zo verdrietig toen ik dat hoorde. Mijn ouders willen mij niet, ik ben lastig, ik doe iets fout. In plaats van dat ze zeiden: we kunnen niet voor jou zorgen. Ik was toen vier jaar oud. Bij het pleeggezin kwam ik terecht in een totaal andere wereld. Ik kreeg de volle aandacht. In het begin kon ik dat niet ontvangen. Ik ken jullie niet, ik zit in een vreemd huis en ik moet hier blijven slapen. Ik werd zo verwend, vooral qua aandacht en liefde. Ik voelde mij de koning te rijk. Uiteindelijk ging ik op mijn zesde daar fulltime wonen.”

Geheim
“Mijn pleegouders namen een tweede pleegkindje, een jongentje. We scheelden zes jaar met elkaar. Hij was qua gedrag onvoorspelbaar. Hij had enorme driftbuien. Dit gaf veel negatieve energie omdat we hem niet begrepen. Later bleek dat hij als peuter seksueel misbruikt was. Pas toen zijn verhaal naar buiten kwam, durfde ik mijn geheim te delen, dat ik mishandeld was door mijn biologische moeder en dat ik haar niet meer wilde zien.”

Van kwaad tot erger
“En opeens kregen mijn pleegouders zelf een kindje, een dochter. Ik was in eerste instantie erg blij. Ik was als een tweede moeder. Toen ze ouder werd, bleek dat ook zij allerlei problemen had. Vanaf dat moment moest ik haar met zijden handschoenen aanpakken. Dat vond ik moeilijk. Waarom kunnen jullie wel met haar rekening houden, haar troosten en doe je dat niet meer met mij? In mijn pubertijd ging het van kwaad tot erger. Mijn eerdere vrijheden werd aan banden gelegd. Er kwamen regels waarvan het waarom mij nooit uitgelegd is. Ik voelde mij al heel onzeker, liep op mijn tenen en wilde het voor iedereen goed doen. Hoe harder ik mijn best deed, hoe harder mijn pleegmoeder werd met haar woorden. Vaak zei ze: je bent als je ouders, je hebt ook een klap van de molen gehad. Ik werd depressief, lag elke avond in bed te huilen. Het duurde wel drie uur voordat ik in slaap viel.”

Dieptepunt
“Het dieptepunt was dat mijn ouders een gehandicaptenreis voor mij regelden. Ik was toen zeventien en moest mijn kamer delen met een mongooltje. Dat is mij heel, heel erg bijgebleven omdat ik mijzelf niet zo zie en anderen ook niet. Ik snapte het niet, ik wilde antwoorden op het waarom. Van deze reis wist niemand iets af, zelfs Corrie niet.”

Keerpunt
“Rond mijn 18e was de relatie zo enorm verstoord dat ik mij voelde verstikken. Je moet het huis uit, zei mijn pleegmoeder, anders barst de bom. Ze deed een aanvraag voor begeleid wonen. Maar die aanvraag werd afgewezen omdat mijn niveau te hoog was. Ik vond zelf een kamer. Ik wilde alles alleen doen maar mijn pleegmoeder hield dit tegen. Ze had nog steeds macht over mij. In die periode kreeg ik iets met René, mijn huidige partner. Hem heb ik alles verteld, ook over de gehandicaptenreis. Hij heeft met klapperende oren geluisterd. Door René ben ik mijn verhaal gaan delen met de familie van mijn pleegouders en met Corrie. Ze zijn vierkant achter mij gaan staan. Het contact met mijn pleegouders is daarna tijdelijk verbroken”.

Moeder
“Het is jammer dat we je niet kunnen steriliseren. Ook jouw kinderen komen dan in een pleeggezin terecht. Ondanks deze harde woorden, die mijn pleegmoeder jarenlang over mij heen strooide, werd ik op mijn 29ste zelf moeder van Zaya, onze kerngezonde dochter. Het contact met mijn pleegouders had ik tijdens mijn zwangerschap weer hersteld. Antwoorden heb ik nooit gekregen op mijn vragen, zoals de gehandicaptenreis. Ze willen er niet meer over praten, dat is gebeurd. Ik heb met mijn hand over mijn hart gestreken, maar het was natuurlijk niet goed. Trouwens, de band met mijn biologische vader is hersteld. Hij is enorm trots: op zijn kleindochter en op mij. Ik zie hem één keer week, dan komt hij bij ons eten. Het contact met mijn biologische moeder is sinds mijn ‘uit huis gaan’ verbroken.”

Blij om wie ik ben
“Of mijn ouders mij wel hadden mogen krijgen, vind ik een lastige vraag. Ik ben blij om wie ik geworden ben, ook al heb ik het heel moeilijk gehad, ik had het niet willen missen. Wie zegt mij dat ik dezelfde persoon was geworden als ik wel normale ouders had gehad? Ik geloof dat alles met een reden in je leven gebeurt en dat we meerdere levens hebben. Dat als je iets in een vorig leven niet hebt aangepakt, je in dit leven een kans krijgt omdat dat alsnog te doen. Zowel ik, maar ook mijn biologische ouders hebben geen fijne jeugd gehad. Ik doorbreek die cirkel, van ouder op ouder. Omdat ik een keuze heb gemaakt om het anders te doen, door Zaya de aandacht en liefde te geven die ik zelf niet heb gehad.”

Naschrift: Femke heeft inmiddels weer contact met haar pleegouders. Vooral om Zaya een kans te geven om hen te leren kennen.    

Dit interview maakt onderdeel uit van 10x KRACHTVERHALEN. Verhalen van mensen die iets ingrijpends mee gemaakt hebben, zelf of met een dierbare en vanuit kracht zichzelf herpakken om ook weer anderen te helpen in hun proces.